Samen met MS Centrum Amsterdam
In 1998 stond Stichting MS Research mede aan de wieg van het MS Centrum Amsterdam. Al die jaren heeft de stichting het centrum gesteund door middel van programmasubsidies (de zevende programmasubsidie loopt tot 2024) en individuele subsidies voor pilots, projecten en fellowships. Sinds de oprichting van het MS Centrum Amsterdam hebben donateurs van Stichting MS Research alles bij elkaar circa € 35,5 miljoen bijgedragen aan het centrum. Dit bedrag is verdeeld over ruim 158 onderzoeksprojecten en -programma’s.
Wat is er tot nu toe bereikt?
Snel en betrouwbaar de diagnose stellen
Door het gebruik van MRI kunnen we veel sneller en met grotere zekerheid de diagnose MS stellen. Eind jaren tachtig stond in het VUmc (inmiddels Amsterdam UMC) de eerste MRI-scanner in Nederland. Onderzoek van professor Barkhof heeft er toe geleid dat MRI-scans werden toegevoegd aan het stellen van de diagnose. In de afgelopen jaren wordt steeds meer onderzoek gedaan naar het zichtbaar maken van schade in de grijze stof op MRI-scans. MRI wordt ook gebruikt voor het monitoren van het verloop en het herkennen van ernstige bijwerkingen door medicatie. Richtlijnen hiervoor zijn opgesteld met onderzoekers van het MS Centrum Amsterdam.
Ontstekingen voorkomen
We weten al veel beter welke cellen op welke manier een rol spelen bij het ontstaan van ontstekingen (laesies). Daardoor zijn er behandelingen ontwikkeld die specifiek op bepaalde ziekteprocessen ingrijpen, zoals het ontstaan van laesies in de witte stof. Het immuunsysteem lijkt daarnaast ook een belangrijke rol te spelen bij de progressie van de ziekte.
Hersenweefsel-afbraak herkennen en voorkomen
Naast de aanwezigheid van ontsteking blijkt uit studies, van onder andere het MS Centrum Amsterdam, dat hersenweefsel verdwijnt. Het verlies van hersenweefsel is waarschijnlijk verantwoordelijk voor de langzame achteruitgang, progressie van de ziekte. Door beter te begrijpen welke ziekteprocessen deze achteruitgang veroorzaken hopen ze medicatie te kunnen ontwikkelen die de progressie stopt, zodat zowel de fysieke achteruitgang als het cognitief functioneren stabiel blijft.
Gepersonaliseerde behandeling
De behandelmogelijkheden zijn gegroeid van nul in 1995 naar meer dan 15 behandelingen nu. Bij de eerste middelen die in de jaren negentig op de markt kwamen waren onderzoekers van het MS Centrum Amsterdam nauw betrokken. Ook aan het eerste tweedelijnsmiddel, natalizumab, heeft het MS Centrum Amsterdam veel bijgedragen. De laatste jaren heeft het centrum stappen gezet in het gepersonaliseerd doseren van medicatie. Voor de infuusmiddelen natalizumab en ocrelizumab kan een infuus uitgesteld worden als de concentratie van het specifieke middel in het bloed boven een bepaalde drempelwaarde is. Dit scheelt niet alleen veel ziekenhuisbezoeken, maar ook zorgkosten en lijken de risico’s op bijwerkingen lager te zijn.