Ruggenprik
Door gegevens van de symptomen, het lichamelijk onderzoek en het MRI-onderzoek te combineren, kan de diagnose MS soms al gesteld worden. Als het beeld nog niet helemaal duidelijk is, wordt ook een ruggenprik of lumbaal punctie uitgevoerd. Hierbij wordt een kleine hoeveelheid vocht dat zich rond de hersenen en het ruggenmerg bevindt, via een dunne naald, onder uit de rug afgenomen. In het laboratorium wordt vervolgens onderzocht of er bepaalde ontstekingseiwitten aanwezig zijn, die wijzen op MS.
Aanvullend klinisch onderzoek
Iemand komt bij de arts met klachten. Primair wordt gekeken naar de symptomen hiervan en vindt een lichamelijk onderzoek plaats. Soms is het nodig om nog meer onderzoek te verrichten, zoals bijvoorbeeld bloedonderzoek. Dit is nodig om er zo zeker mogelijk van te zijn dat er geen andere ziekten over het hoofd worden gezien.
Soms vragen mensen zich af of je MS in het bloed kunt zien. Het is (nog) niet mogelijk om de diagnose MS te stellen door alleen een bloedtest. Wel zijn er cellen en stoffen in het bloed aanwezig die een afspiegeling vormen van de ziekteactiviteit. Deze worden ook wel biomarkers genoemd. Deze biomarkers worden momenteel vooral gebruikt in het onderzoek naar MS. Het is de verwachting dat we biomarkers in de toekomst kunnen inzetten om bijvoorbeeld de werking van een behandeling te meten of het ziekteverloop te voorspellen.