Hoe ben je bij de Nederlandse Hersenbank terecht gekomen? “Vanaf mijn 18e ben ik al bloeddonor en orgaandonor. Maar dat er ook een aparte hersenbank was, wist ik niet. Nadat ik de diagnose MS kreeg, ging ik me hier verder in verdiepen. Toen was er een bijeenkomst van Stichting MS Research bij MS Centrum Noord Nederland. Daar waren verschillende sprekers, waaronder iemand van de Nederlandse Hersenbank. Dat intrigeerde me wel en het idee is blijven sudderen. Het heeft even moeten bezinken, maar uiteindelijk hoop ik dat MS te genezen zal zijn. Daar wordt veel onderzoek naar gedaan en als mijn hersenen daar een onderdeel van kunnen zijn wanneer ik er niet meer ben: graag!
Daar kwam bij dat er nog iemand in de familie MS kreeg. Toen kwam het nog dichterbij en dacht ik, ‘Wat als het verder gaat in de familie?’ Als onderzoek eraan kan bijdragen om dat te voorkomen, dan zou ik daar erg blij mee zijn. Dus toen ben ik de gesprekken aangegaan met mijn man, familie en vrienden over dat ik graag mijn hersenen zou willen doneren.”
En hoe was dit voor jouw familie en vrienden?
“Die snappen het allemaal. Ik heb in het verleden ook veel mensen overgehaald om bloeddonor te worden, dus dat ik hiermee aan kwam zetten, verbaasde hen niks. Alleen mijn man houdt helemaal niet van dit soort dingen, of van bloed en ziekenhuizen enz. Hij zou daarom zelf geen donor zijn, maar hij weet hoe ik erover denk en respecteert mijn wens zeker.
Ik ben overigens ook erg open over het feit dat ik MS heb. Iedereen gaat er op zijn eigen manier mee om en sommigen zijn terughoudender. Maar doordat ik er open over ben, kom ik erachter dat andere mensen in mijn omgeving het ook hebben, wat ik voorheen helemaal niet wist. Door erover te praten kan je dingen met elkaar delen en denk ik dat je eerder een vervolgstap neemt, zoals bijvoorbeeld naar de Nederlandse Hersenbank. Als je het stil houdt, kom je niet verder denk ik.”