MS Nederland volgt onderzoeken CCSVI op de voet.
Sinds de publicatie van het onderzoek van de Italiaanse dr. Paolo Zamboni (Universiteit van Ferrara), berichten media regelmatig over een mogelijke doorbraak bij de behandeling van multiple sclerose (MS). Dit roept terecht veel vragen op bij mensen met MS en hun betrokkenen.
MS Nederland volgt de ontwikkelingen op de voet en wil mensen met MS en hun betrokkenen hierover adequaat informeren.
In december 2008 maakte vaatchirurg en onderzoeker Paolo Zamboni bekend dat uit zijn studie zou blijken dat het overgrote merendeel van de mensen met MS CCSVI (chronische cerebrospinale veneuze insufficiëntie) heeft. Mensen met dit syndroom hebben een slechte afvoer van bloed de hersenen uit.
Eind 2009 suggereert Zamboni dat mensen met MS die behandeld zijn aan hun venen een vermindering van hun klachten ondervinden. In dit onderzoek is echter geen controlegroep meegenomen, zodat het moeilijk is de resultaten wetenschappelijk te interpreteren.
In april 2009 is een klinische studie gestart door onderzoekers van de Universiteit van Buffalo in New York om te kijken of mensen met MS (en controlepersonen) tekenen vertonen van een vernauwing van de aderen.
Ook het VUmc MS Centrum Amsterdam, ziet het als haar taak om mogelijke doorbraken bij MS goed wetenschappelijk te onderzoeken. In januari 2010 is ook hier een onderzoek gestart naar de relatie tussen MS en CCSVI. Een groep van 20 mensen met MS en een groep van 20 controle personen zonder MS, van hetzelfde geslacht en ongeveer dezelfde leeftijd, krijgen een speciaal op de bloedvaten gericht MRI-onderzoek (MR-venografie). Het onderzoek richt zich op de aanwezigheid van vernauwingen in de afvoerende bloedvaten van de hersenen, die Zamboni heeft gevonden via doppler-onderzoek.
VUmc MS Centrum Amsterdam streeft ernaar om in het voorjaar 2010 de resultaten van het onderzoek bekend te kunnen maken.
Uit een voorlopig verslag van 9 februari 2010 van de onderzoeksgroep uit Buffalo, blijkt dat 56 procent van de onderzochte groep van 280 mensen met MS, een vernauwing te hebben. Bijna alle onderzochte mensen van deze groep waren volwassenen en de meerderheid had de schubvorm van de ziekte. Van de controlegroep, 161 gezonde mensen, had 26 procent de gezochte afwijking.
Vooralsnog deelt MS Nederland het standpunt van het VUmc MS Centrum Amsterdam, om de onderzoeken af te wachten en op dit moment af te zien van behandelingen, zoals ballondilatatie van vernauwingen (‘dotteren’) of het plaatsen van stents, die momenteel op een aantal plaatsen wordt aangeboden. Het weinige onderzoek dat hiernaar tot nu toe bij mensen met MS is gedaan, biedt geen garantie dat de voordelen op lange termijn groter zullen zijn dan de nadelen.
In nauw overleg met MS Centra zal MS Nederland zich inzetten voor vervolgonderzoek en het stimuleren van mogelijkheden voor mensen met MS en hun direct betrokkenen.
Voor vragen kunt u contact opnemen met info@msnederland.nl
Meer informatie over de onderzoeken naar CCSVI vindt u op: